Ontwikkelingen 2020 dossier zzp-er/freelancer

Arbeidsmarktpositie zzp-er

Dit jaar zijn verschillende belangwekkende rapportages over de arbeidsmarkt en de positie van de (ZZP) ondernemer daarin verschenen en ook besproken in het Platform. Te noemen zijn de rapportage van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid van 15 januari 2020, onder de titel: Het betere werk, het Eindrapport van de Commissie Regulering van Werk van 23 januari 2020, met de titel: In wat voor land willen wij werken? en de rapportage van de Stichting van de Arbeid van maart 2020, onder de titel: Keuze voor zekerheid.

Zonder inhoudelijk in te gaan op de rapportages (voor de geïnteresseerden zie de links naar de rapportages), valt op te merken, dat er op dit moment door het huidige kabinet is gekozen voor een pas op de plaats. Het kabinet heeft aangegeven in een brief van 11-11-2020 aan de Kamer, dat er eerst een brede maatschappelijk discussie opgezet moet worden om te komen tot een nieuw arbeidsmarkt beleid, dat op een breed draagvlak kan rekenen. Kort gezegd, dit kabinet schuift de discussie over dit onderwerp (en heet hangijzer) door naar de nieuwe kabinetsformatie die volgt op de aankomende verkiezingen van maart 2021.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioen

Zowel de arbeidsongeschiktheidsverzekering als het pensioen, of eerder het gebrek eraan bij zelfstandigen, is een onderwerp dat in de hiervoor genoemde rapportages ook werd aangeraakt. Soms vanuit een beschermingsoptiek (sociaal vangnet), soms vanuit de optiek dat er sprake is van een onevenwichtigheid op de arbeidsmarkt (namelijk geen gelijke lasten voor werk door werknemers en zelfstandigen). De teneur van de rapportages is, dat de zelfstandige toch echt zelf ook iets moet gaan regelen voor beide onderwerpen (al dan niet verplicht). Ook hier is nog geen knoop gehakt dit jaar. De zelfstandigen (althans belangengroepen van hen) zitten nu wel aan tafel bij de ontwikkelingen van (de ideeën over) een arbeidsongeschiktheidsregeling voor zelfstandigen. Wat winst is, want voorheen waren zij geen gesprekspartner. Gegeven de voortgang van de besprekingen, die zowel de particuliere markt (verzekeringsmaatschappijen) als de overheidsregeling (UWV) verkennen, wordt een regeling, als deze er komt, niet eerder dan in 2024 voorzien. Voor penisoenen worden mogelijk volgend jaar (2021) experimenten open gesteld tot toetreding van zelfstandigen tot fondsen van werknemers in bepaalde sectoren. Hoe precies is nog voorwerp van nadere uitwerking.

Wet DBA, het arbeidsrecht en de zzp-er; visie Hoge Raad

Hiervoor kwam de toekomstige arbeidsmarktpositie van de zzp-er al aan de orde. De huidige positie wordt beheerst door de gevolgen van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie. Alhoewel al lang geleden ingegaan is handhaving in volle omvang nog steeds niet gerealiseerd. Dit kabinet gaat dat ook niet meer realiseren. Als enige ontwikkeling volgt nog de zogenoemde webmodule, waarbij opdrachtgevers, via een door hen zelf in te vullen on-line vragenlijst, kunnen gaan beoordelen of de arbeidsrelatie die zij aangaan met zzp-ers/freelancers oplevert, dat deze zzp-ers/freelancers wel of niet als werknemer werkzaam zijn bij hen. Deze webmodule wordt als een pilot project ingevoerd per januari 2021. Evaluatie van deze pilot zal medio 2021 plaatsvinden

Meer impact dan de besprekingen en stukken vanuit de maatschappelijke en politieke hoek van dit jaar heeft naar alle waarschijnlijkheid de recente jurisprudentie van de Hoge Raad. Te noemen zijn het advies van de advocaat generaal van 17 juli 2020 en de uitspraak van de Hoge Raad van 6-11-2020. De advocaat generaal De Bock geeft in het advies een uitgebreid overzicht van de historie, de literatuur en de uitspraken op het terrein van de afbakening van het arbeidsrecht ten aanzien van de zzp-er/freelancer. Natuurlijk is het vervolg daarop, neergelegd in de uitspraak van de Hoge Raad, nog belangwekkender, want richting gevend voor alle rechters. Uit de uitspraak van de Hoge Raad valt kort samengevat af te leiden, dat bij de beoordeling of een werkrelatie als een arbeidsrelatie aan te merken is, het erom gaat, of de overeengekomen rechten en verplichtingen zoals deze feitelijk zijn vormgegeven, voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. Anders dan uit het arrest Groen/Schoevers wel is afgeleid (zo zegt de Hoge Raad), speelt de bedoeling van partijen dus geen rol bij de vraag of de overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Met andere woorden zegt de Hoge raad in mijn optiek, dat de feitelijke situatie waaronder de werkzaamheden zijn vormgegeven, bij een beoordeling, prevaleren boven de bedoeling van partijen bij de vormgeving van de werkzaamheden (zoals bijvoorbeeld neergelegd in de overeenkomst).

Met name deze nadere toelichting van de Hoge Raad hoe om te gaan met beoordeling van een werkrelatie zal, naar mijn verwachting, een enorme impact hebben op de beoordeling en waardering van arbeidsrelaties. Kort gezegd: wat er feitelijk uit ziet als een arbeidsrelatie welke aan te merken is als een arbeidsovereenkomst is dat waarschijnlijk ook, ook al is in de overeenkomst die bij de tot stand koming van de werkrelatie daaraan ten grondslag lag iets anders overeengekomen (en/of ook bedoeld door partijen)!

Kortom de rechtspraak heeft de politiek ingehaald ten aanzien van het reguleren van de arbeidsmarkt. Nu zal de handhaving zich daarnaar nog moeten gaan richten en dan is mogelijk het dossier wet DBA af te sluiten (hoop doet leven).


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.